top of page

Lezing Willy Goossens: 33 eeuwen Egyptische kunst


09/04 (Leuven)

11/04 (Gent)

De Egyptische kunst is gedurende 33 eeuwen, tussen 3000 v. Chr en 300 n. Chr, weinig onderhevig geweest aan grote veranderingen. Wel is er een constante evolutie merkbaar. De Egyptenaren waren bezeten door het eeuwige leven en dat zie je ook in hun funeraire en religieuze bouwwerken, die gemaakt werden om de tijd te trotseren. Seculiere bouwwerken daarentegen, waren minder duurzaam en zijn grotendeels verdwenen.

Vanaf de éénmaking van Egypte verschijnen de traditionele Egyptische beelden van farao’s en goden. Naast koninklijke beelden, is er uit het Oude Rijk ook heel wat private sculptuur bekend. Deze beelden hebben vaak meer realistische trekken in tegenstelling tot de geïdealiseerde beelden van farao’s. Vanaf het Middenrijk verschijnen naast deze geïdealiseerde koninklijke sculpturen ook beelden van het realistisch strenge type. In het Nieuwe Rijk, tijdens de regering van Echnaton, treedt een plotse breuklijn op en worden beelden gekenmerkt door een langgerekte schedel, lange vingers, een spitse kin en weke buik. Ook zijn er emoties waar te nemen, een nieuw element in de Egyptische kunst. Vanaf de 19de dynastie komen de beelden minder verzorgd over en in de Late Periode probeert men voornamelijk vroegere stijlen te kopiëren. In de Ptolemaïsche Tijd komt de Griekse invloed op de voorgrond en is er een grotere individualisering.

In de schilderkunst, aanwezig op tempelmuren, graven en sarcofagen, worden scènes uit het dagelijkse leven en contacten met goden in levendige kleuren weergegeven. Opmerkelijk is dat de wetten van het perspectief nog niet van toepassing waren.

In deze lezing doorloopt prof. Willy Goossens de evolutie van de bouwkunst, de beeldhouwkunst, de schilderkunst en de edelsmeedkunst in het Oude Egypte.

bottom of page