donderdag 27 april (Gent) dinsdag 2 mei (Leuven)
Vanaf haar begin, aan het eind van het vierde millennium, was de Egyptische beschaving in kracht toegenomen om in het Oude Rijk, onder Cheops, haar hoogtepunt te bereiken. Rond 2181 v. Chr. kwam aan deze stabiele periode een einde, gedurende 140 jaar heerste chaos in de Eerste Tussenperiode. Volgde een nieuw stabiel tijdperk: het Middenrijk (2040-1782 v. Chr.) dat een absoluut cultureel hoogtepunt vormde in de Egyptische geschiedenis, met hoge creativiteit los van de vroegere klassieke hofcultuur. De koningen lieten opnieuw piramiden met prachtige dodentempels bouwen. Mentoehotep II, de eerste koning van de elfde dynastie, maakte van Egypte opnieuw een welvarend land. Amenemhat I, eerste koning van de twaalfde dynastie, maakte een einde aan de vooraanstaande positie van Thebe en verplaatste zijn residentie naar het noorden, naar Itji-Tawi, bij het huidige Lisjt in de Fajoem. Thebe bleef een religieus centrum en de Thebaanse god Amon groeide van een kleine lokale god uit tot de grote rijksgod van Egypte. Met koningin Sobekneferoe neemt in 1782 v. Chr. het Middenrijk een einde en begon de Tweede Tussenperiode, waarin gedurende de 15de en 16de dynastie de Hyksos regeerden over Neder-Egypte. De lezing bespreekt onder meer de piramidebouw en de prachtige juwelen uit deze periode, ook wel Egyptes gouden tijdperk genoemd.