
Archief Lezingen

6/20/23
Elisabeth Van Caelenberge
Opgravingen in de archieven: reconstructie van de archeologische context van de Stèle van May
De Ramessidische Stèle van May (KMKG Brussel E.05300) is sinds meer dan honderd jaar één van de pronkstukken van de Egyptische collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel. De hiërogliefische tekst die in haar oppervlak is gegraveerd, is in het verleden door verschillende onderzoekers bestudeerd. Er is echter bijna niets geweten over de archeologische context waaruit het voorwerp afkomstig is. De archieven van de KMKG weten enkel te vertellen dat de stèle in 1909 in Abydos werd opgegraven door archeoloog John Garstang van Liverpool University. Een recente speurtocht in de archieven van Liverpool University heeft een weelde aan nieuwe informatie voor de dag gebracht, die toelaat om de archeologische context van dit bijzondere voorwerp grotendeels te reconstrueren.

5/23/23
Toon Sykora
Djehoetihotep in detail: Turen naar muurbloempjes en kleurrijke figuren in een Middenrijkstombe
Het grafcomplex van goeverneur Djehoetihotep in Dayr al-Barsha is een indrukwekkende getuige uit het Egyptische Middenrijk. Meer dan een eeuw nadat Howard Carter de muurschilderingen ervan tekende, bestudeerden we het graf opnieuw. Nieuwe digitale technieken maken het mogelijk om de muurschilderingen en reliëfs van de tombe in detail onder de loep te nemen. Ze onthullen intrigerende verhalen over het Egypte van bijna 4000 jaar geleden: over een ouderwetse gouverneur, een verloren zoon en een eigenzinnige kunstenaar.

4/18/23
Joost Golverdingen
De ontdekking van KV55. Een overzicht van de chaos
In 1907 werd er in het Dal der Koningen een mysterieuze tombe met een mummie gevonden: KV55. De chaotische toestand waarin het graf werd aangetroffen was niets vergeleken bij de archeologische chaos die daarna is ontstaan. Er werden direct conclusies getrokken die later onhoudbaar bleken te zijn omdat de feiten bij nader inzien iets anders vertelden. Maar wat waren de feiten? Toen het graf eenmaal was leeggeruimd en de analyse van de objecten begon, werden er steeds meer vragen opgeroepen waar de archeologische aantekeningen van de opgravers geen antwoord op hadden. De officiële publicatie was te summier en te bevooroordeeld, de publicaties van andere ooggetuigen spraken elkaar tegen. De voorwerpen zelf zijn verdeeld in verschillende groepen, maar inmiddels is niet meer te achterhalen waar deze naar toe zijn gegaan en of deze überhaupt wel uit KV55 afkomstig waren.
In deze lezing zal Joost Golverdingen jullie meenemen naar 1907 en de verschillende personen voorstellen die bij de vondst aanwezig waren en hun verhaal vertellen. Hoewel de identiteit van de mummie nog altijd discutabel is, kunnen sommige voorstellen en redeneringen wel worden verworpen, waardoor de identiteit van ‘mummie KV55’ een stukje dichterbij komt.

3/21/23
Eugène Warmenbol
De verzameling van consul-generaal Edouard Blondeel van Cuelebroeck (1809-1872): aegyptiaca bij de Paters Jozefieten van Melle
Edouard Blondeel van Cuelebroeck was de eerste consul-generaal van België in Alexandrië (1837-1842). Hij staat vooral bekend voor zijn “ontdekkingsreis” in Abyssinië, met andere woorden in Ethiopië en Soedan. Het was tot voor kort niet bekend dat hij ook oud-Egyptische antiquiteiten verzameld had. Het was collega en vriend Patrick Monsieur, conservator van het Gents Universiteitsmuseum, die de stukken opspoorde. Het betreft voornamelijk materiaal uit Sakkara, van amuletten tot dierenmummies, met als uitschieters twee fragmentarische mummiecartonnages. Deze kwamen dus, ten minste voor een deel, in de didactische collecties van de Paters Jozefieten van Melle terecht. Dit door toedoen van de diplomaat zelf en, in minstens één geval, door toedoen van zijn weduwe. Waarom Edouard Blondeel dit deed is niet duidelijk; hij volgde immers zelf geen college in Melle.

12/19/22
Miriam Müller
The cultural homeland of the Hyksos
The Hyksos are a much-debated topic in Egyptology and Near Eastern Studies. The cultural homeland of these enigmatic kings has been variously located in the Northern or Southern Levant. From here they had moved into the Egyptian Eastern Nile Delta to establish their power at the important trade hub Tell el-Dab’a, ancient Avaris during the Second Intermediate Period (1640-1530BC). Whereas the order of the Hyksos kings, their names and family relations are still very much debated, the site of Tell el-Dab’a gives insight into everyday life in their new capital.
Especially ritual practices and the socio-economic background of the city’s inhabitants, foremost in the period leading up to the Hyksos takeover of power, inform about their cultural background and foundations for the Hyksos rule. Inspired by the latest research around the Hyksos enigma and unexpected new insights into the Hyksos’ move to power, this lecture will provide an additional perspective on the roots of the Hyksos culture in Egypt. By presenting various aspects of daily practices as visible in one of the residential neighborhoods of Avaris (F/I) and tracing their origins to the region of the Upper Jezirah, the idea of a shared cultural koiné will be discussed.
Image© Staatliches Museum Ägyptischer Kunst München

11/7/22
Lauren Dogaer
Teamwork makes the Dream Work: de organisatie van de Thebaanse Clerus onder de loep
Thebe, het huidige Luxor, is doorheen de Egyptische geschiedenis altijd een belangrijk religieus centrum geweest. Verschillende tempels, zoals deze van Karnak of Medinet Habu vormden het hart van het religieuze gebeuren in Thebe. Dagelijkse, wekelijkse of jaarlijkse religieuze festivals en rituelen kleurden de kalender, waarbij verschillende types priesters betrokken waren; zowel diegenen die in de necropool aan de slag gingen als dodenpriester en de libaties voor de overledenen uitvoerden, als diegenen die rechtstreeks aan een tempel verbonden waren. De momenten waarop deze priestergroepen samenwerkten kwamen doorgaans overeen met de vele religieuze festivals en in het bijzonder de processies die er aan verbonden waren. We beschikken maar over weinig informatie die ons kan helpen de praktische en organisatorische kanten van deze feesten te begrijpen. Ze bleven lange tijd floreren, ook onder Grieks-Romeins gezag (332 v.Chr. – 285 na Chr.), toen Egypte geen inheemse farao’s meer kende. De bronnen die uit deze periode dateren, kunnen ons heel goed helpen de vaak onderbelichte aspecten van de religieuze festivals te begrijpen. Hoe werden deze praktisch georganiseerd? Welke priestergroepen waren hierbij betrokken en bestond er zoiets als een taakverdeling?

10/17/22
Harco Willems
Dayr al-Barsha 2022 - Resultaten van de voorjaarscampagne
van the opgravingen van KULeuven/NVIC
Na een pauze van drie jaar konden de opgravingen van KU Leuven/ NVIC in Dayr al-Barsha dit voorjaar eindelijk hervat worden. De belangrijkste graafactiviteit van dit jaar was een opgraving in een ‘nieuw’ deel van het terrein: het in het oosten van zone 2 gelegen graf van gouverneur Nehri II, waarover tot op heden maar heel weinig bekend was. Deze lezing gaat dieper in op de geschiedenis van Nehri II, op het eerdere onderzoek in het gebied, en stelt de nieuwe resultaten voor. Er werd ook een kleinere opgraving uitgevoerd bij een graf waar Daressy meer dan honderd jaar geleden (onder meer) de bijzetting van Sathedjhetep, de echtgenote van een hoogwaardigheidsbekleder, vond. Onze opgravingen van dit jaar hadden betrekking op een zeer interessant depot dat in de buurt van dit graf werd aangetroffen.

9/28/22
Athena Van der Perre
De Nubische droom van Jean Capart: Zoektocht naar de oorsprong van de Nubische collectie van de KMKG
Tussen 1900 en 1947 kende de Egyptisch collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) een monumentale groei, en dit allemaal onder de vakkundige leiding van de eerste Belgische Egyptoloog, Jean Capart. Meer dan 10000 objecten vonden hun weg van Egypte, via Groot-Brittannië, naar het Brusselse museum. Het is echter niet zo bekend dat Capart ook een collectie van ca. 1000 voorwerpen samenstelde, allen afkomstig van goed gedocumenteerde opgravingen in Nubië.
Deze Nubische collectie ontstond niet zonder slag of stoot. Capart’s plannen voor een eigen opgraving in Nubië in 1907 vielen enkele dagen voor de start van de campagne alsnog in het water. Hij moest vervolgens zijn eigen uitgebreid archeologisch netwerk aanspreken om de beoogde collectie voor het museum te verkrijgen.
Deze lezing zal focussen op het tragische verhaal van Capart’s Nubische campagne, en de daaropvolgende stappen die hij ondernam in het vormen van deze (ondergewaardeerde) collectie. Het onderzoek voor deze lezing werd uitgevoerd binnen het kader van het EOS Project “Pyramids & Progress. Belgian Expansionism and the Making of Egyptology, 1830-1952”.

5/16/22
Aude Gräzer Ohara
A monument lost and found several times since Mariette: The Brussels mastaba finally located?
Since 1906, the funerary chapel of Neferirtenef (E.2465) is the centrepiece of the Old Kingdom section at the Royal Museums of Art and History, Brussels. Although the circumstances of its acquisition and its clearing at North Saqqara by Jean Capart during the Winter of 1905-1906 are well known, the exact location of the mastaba to which it belonged–a monument that was originally discovered by Auguste Mariette in the middle of the 19th century–remained obscure for a long time. The analysis of a new set of written and photographic archives, exhumed at the RMAH within the scope of the research project SURA, helped to resume the investigation and to position the mastaba of Neferirtenef on the Saqqara map again.

4/18/22
Nico Staring
Het graf van Ry in Sakkara: Horemheb’s troepencommandant in context
Deze lezing presenteert de resultaten van onderzoek in het graf van Ry, een hoge legerofficier uit de tijd van Toetanchamon (Nieuwe Rijk, laat-18e dynastie). De grafstructuur werd tussen 2013 en 2015 volledig opgegraven door de Leids-Turijnse archeologische missie in Sakkara, het uitgestrekte grafveld ten westen van Memphis nabij Caïro. Al snel bleek dat het graf al bijna 200 jaar eerder was ontdekt. Vroeg-19e-eeuwse opgravers (verzamelaars en handelaars in antiquiteiten) hadden de grafkapel grotendeels ontdaan van de beschreven en gedecoreerde stenen elementen. Die grafelementen zijn in de tussentijd wereldwijd verspreid geraakt over private en publieke collecties. In Sakkara lieten onze voorgangers niet veel meer achter dan het tichelstenen ‘skelet’ van het graf.
Nico Staring slaagde er recent in om —met de weinige overgebleven aanwijzingen in het graf— de ontbrekende reliëfblokken op te sporen in museumcollecties in o.a. Berlijn en New York. Met de identificatie van de grafeigenaar komen we ook meer te weten over de biografie van het grafveld. In deze lezing behandelt hij de (vroeg-)moderne opgravingsgeschiedenis van het graf en de (virtuele) reconstructie van de bovengrondse kapel. Ook wordt het graf in een bredere sociale, artistieke en ruimtelijke context geplaatst, om bijvoorbeeld meer te weten te komen over de opdrachtgevers en makers van monumentale privégraven in de post-Amarna periode in Memphis.

3/15/22
Nico Dogaer
Wie deelde de lakens uit? De Ptolemaeïsche textielindustrie tussen staat en markt
Lange tijd werd Ptolemaeïsch Egypte beschouwd als een soort Sovjet-Unie avant la lettre, met een staatsgeleide of zelfs geplande economie. Eén van de belangrijkste sectoren was de textielproductie, die volgens deze visie een ‘staatsmonopolie’ was. In deze lezing bekijken we aan de hand van de papyrologische documenten hoe het er in de praktijk echt aan toeging. Eerder dan in de moderne tijd, moeten we de inspiratie voor het Ptolemaeïsche beleid zoeken in het Egyptische verleden, en dan vooral in het Nieuwe Rijk. De papyri geven tevens een unieke inkijk in het dagelijkse leven van Grieken en Egyptenaren, waarin textiel een cruciale rol speelde.

2/15/22
Kylie Cortebeeck
Scherven brengen geluk: een kennismaking met de studie van Egyptisch aardewerk uit de Eerste Tussenperiode
In archeologische contexten uit Egypte zijn scherven en potten alomtegenwoordig. Ze vormen daarom een belangrijke bron van informatie, zowel voor vroegere Egyptologen als voor onderzoekers vandaag. Uiteraard is de studie van aardewerk doorheen de tijd geëvolueerd. In deze lezing maken we eerst en vooral kennis met hoe aardewerk gedocumenteerd werd door vroege opgravers en waarom de potten die zij naar musea stuurden nog steeds interessante onderzoeksmogelijkheden bieden.
Daarnaast zullen deze documentatietechnieken vergeleken worden met hedendaags keramologisch onderzoek. Het aardewerk dat ter illustratie van deze methodologische vergelijkingen wordt gebruikt, dateert uit de Eerste Tussenperiode en het vroege Middenrijk. Op basis van historische bronnen wordt de Eerste Tussenperiode vaak beschouwd als een periode van hongersnood en chaos waarin twee rivaliserende koninkrijken elkaar bekampten. Aan de hand van de bestudeerde keramiek en enkele andere archeologische bronnen, zien we echter dat die periode helemaal niet zo ellendig lijkt te zijn geweest…